Unterrichtseinheiten
Lessen
Begrüßungen
Groet
Wie geht es dir?
Hoe gaat het?
Artikel
Lidwoorden
Soziale Etikette
Etiquette
Leute treffen
Mensen ontmoeten
Ja und Nein
Ja en nee
Subjektpronomen
Voornaamwoorden als onderwerp
Subjektpronomen (unbetont)
Persoonlijke voornaamwoorden (onderwerpsvorm, onbenadrukt)
Reden über Sprachen
Over talen praten
Sein
Zijn
Das Präsens
Onvoltooid tegenwoordige tijd
Reguläre Verben
Regelmatige werkwoorden
Haben
Hebben
Farben
Kleuren
Farben II
Kleuren II
Zahlen (11-19)
Getallen (11-19)
Zahlen (20-100)
Getallen (20-100)
Zahlen (100-1,000,000)
Getallen (100-1.000.000)
Tiere (Säugetiere)
Dieren (zoogdieren)