Exemples
Voorbeelden
Als het U belieft
S'il vous plaît
archaïque
het huis
la maison
Hoe zeg je ... in het Nederlands?
Comment dit-on ... en néerlandais ?
Hoe maakt U het?
Comment allez-vous ?
Ik begrijp het niet
Je ne comprends pas
Ik begrijp het
Je comprends
Het spijt me
Je suis désolé
het praat
ça parle
il parle
het heeft
il a
Hoe gaat het?
Comment ça va ?